Omgevingsmanagement en schade

Als omgevingsmanager of projectleider maak je wel eens mee dat je met schade bij aanwonenden wordt geconfronteerd. Neem als voorbeeld een project waarbij in enkele voortuinen van een straat gegraven moet worden. Als gebaar van goede wil bied je namens de opdrachtgever een waardebon aan waarmee men een tuinman kan betalen om de tuinen weer mooi te maken, die door iedere benadeelde dankbaar wordt aangenomen. Als het werk na drie weken gereed is blijkt dat een bewoner, meneer A, vindt dat de waardebon bij lange na de schade niet dekt die aan zijn voortuin is aangericht. Hij eist volledige vergoeding. Mevrouw B klaagt bij de gemeente dat zij emotionele schade heeft opgelopen door al het gegraaf en gedoe in haar voortuin en zij vraagt vergoeding voor die schade. Zijn deze claims redelijk?

Juridische handvatten

Omgevingsmanagers hebben onder meer als taak bewoners en bedrijven te informeren over wat er zoal staat te gebeuren in het kader van een infrastructureel project. Door te informeren en (heel belangrijk!) te luisteren, kan een omgevingsmanager invloed uitoefenen op de manier waarop door de aannemer gewerkt wordt. Dat komt allemaal samen in één gewenst eindoordeel: tevredenheid van de omgeving. Mocht er onverhoopt schade ontstaan, dan is het dus zaak om die snel en in redelijkheid te vergoeden. Maar aanwonenden hebben soms eigen ideeën over hun rechten en dan is het goed om een paar juridische handvatten te hebben.
In het bovengenoemde voorbeeld zitten vier juridische onderwerpen die ik nader wil toelichten:

  1. het begrip schade
  2. schade door het optreden van de overheid
  3. schenking en aanvaarding
  4. vergoeding van emotionele schade

Het begrip schade

Bij het begrip schade draait het om de kosten die een benadeelde moet maken als gevolg van iemands daden. In dit geval gaat het om kosten voor herstel van de voortuin. Moet de benadeelde kosten maken om de oorspronkelijke toestand te herstellen, dan heeft hij schade. Hoeft de benadeelde geen herstelkosten te maken, dan is er geen schade. Is iemand blij met de manier waarop de gemeente zijn tuin heeft bewerkt en laat hij het zo dan heeft hij geen schade, ook al is het herstel niet optimaal geweest.

Je zou zeggen dat schade altijd vergoed moet worden, maar het uitgangspunt in het Nederlands recht is dat ieder zijn eigen schade draagt. Schade moet alleen vergoed worden als daar een reden voor is. Een goede reden is bijvoorbeeld onrechtmatig gedrag (artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek). Een aannemer die een auto bekrast tijdens het werk, handelt onrechtmatig tegenover de eigenaar van die auto en moet daarom de schade aan de auto vergoeden.

In ons voorbeeld is de gemeente verplicht zelf de voortuinen te herstellen zodat de bewoners daarvoor geen kosten hoeven te maken; bewoners hebben dan geen schade. In de praktijk is het eindresultaat vast niet zo mooi als de oorspronkelijke situatie. Dat heet echter geen schade, want over smaak valt eindeloos te twisten. De gemeente is dus niet verplicht om een mooie voortuin achter te laten. Het aanbod om de kosten van een tuinman te vergoeden is dan ook vooral een blijk van behoorlijk bestuur.

Schade door optreden van de overheid

Burgers en bedrijven die elkaar schade berokkenen, bijvoorbeeld door een onrechtmatige daad, dienen die schade gewoonlijk helemaal te vergoeden. Voor de overheid ligt dat anders, omdat overheden geacht worden in het algemeen belang te handelen en nadelige gevolgen volgens de wetgever nu eenmaal tot op zekere hoogte moeten worden geaccepteerd: het normaal maatschappelijk risico. Dat risico wordt in de praktijk door rechters gesteld op 5%: 5% van de waardedaling van een woning als gevolg van overheidsoptreden komt voor rekening van de benadeelde. Datzelfde geldt voor andere schade zoals inkomstendaling. De schade boven die 5% wordt geacht buiten het normaal maatschappelijk of bedrijfsrisico te vallen en kan (maar hoeft niet!) voor vergoeding in aanmerking komen. Is de schade veroorzaakt door het ministerie van Infrastructuur en Milieu dan ligt de grens trouwens op 15%.

De gemeente kan het verzoek van meneer A tot vergoeding van schade aan zijn voortuin honoreren, maar hoeft dat dus niet te doen wanneer de schade binnen het normaal maatschappelijk risico valt.

Schenking en aanvaarding

De waardebon kan door de bewoners gezien worden als schadevergoeding, maar dat is niet juist. De waardebon staat niet in relatie tot eventuele schade en ook de waarde van de bon hoeft geen relatie te hebben met de hoogte van de schade. Omdat de gemeente zeer waarschijnlijk niet verplicht kan worden om de schade aan de voortuinen te vergoeden wanneer de schade binnen het ‘normaal maatschappelijk risico’ valt, kunnen we zo’n waardebon beter zien als een tegemoetkoming; een geste van de overheid vanwege alle ongemak. Juridisch geldt de waardebon dan als een schenking. De ontvanger moet de schenking opgeven bij de belasting.

Aanvaardt meneer A de waardebon niet, dan geeft hem dat dus nog geen recht op volledige vergoeding van schade aan de tuin. Meneer A kiest er in dat geval gewoon voor om geen cadeau van de gemeente aan te nemen. De gemeente houdt wel de verplichting om de tuin te herstellen.

Vergoeding van emotionele schade

Opgelopen psychische en emotionele schade wordt ook wel immateriële schade genoemd en wordt gedefinieerd als verlies aan levensvreugde. Als deze immateriële schade wordt gecompenseerd door een schadevergoeding dan wordt de uitkering smartengeld genoemd. Het is een vergoeding voor de geleden smart en voor de smart die nog verwacht wordt. Of iemand recht heeft op smartengeld beoordeelt de rechter aan de hand van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek: ‘op andere wijze in zijn persoon aangetast’ zijn. Het gaat om immateriële schade die blijvend is, of op z’n minst heel lang durend. De eiser zal die emotionele schade echt moeten aantonen, bijvoorbeeld aan de hand van een psychiatrisch dossier.
De meeste overheidswerkzaamheden zullen hoogstens vervelend zijn en niet tot emotionele schade lijden. Onzekerheid over de wijze en het tijdstip van uitvoering kunnen wel een psychische belasting vormen, zoals ik in mijn eigen praktijk heb meegemaakt. Met het opheffen van die onzekerheid verdwijnt meestal die psychische belasting. Daarvoor in de plaats kan natuurlijk een andere gemoedstoestand optreden maar ook die is niet te kwalificeren als (blijvende) emotionele schade.

Mevrouw B zal haar schade moeten aantonen met een verklaring uit de medische wereld. Zij zal de hoogte van die schade moeten onderbouwen met facturen of offertes en ze zal aannemelijk moeten maken dat haar emotionele schade niet gedeeltelijk door iets anders kan zijn veroorzaakt dan door deze specifieke werkzaamheden van de gemeente in haar voortuin. Alleen wanneer zij daarin slaagt kan de gemeente verplicht worden haar emotionele schade te vergoeden.

Afsluiting

Het aanbieden van een cadeau, zoals een bloemetje of een waardebon, aan bewoners en bedrijven die last ondervinden van werkzaamheden is een goede manier om als overheid contact met de maatschappij te onderhouden. Het is als de buur die na een luidruchtig tuinfeest zijn buren een bloemetje brengt vanwege de overlast: de slaap haal je er niet mee in, maar de verstandhouding verbetert wel. Wordt het juridisch gespeeld, dan blijkt de mogelijkheid om kosten vergoed te krijgen erg tegen te vallen.

Dit artikel is op 20 september 2016 als blog gepubliceerd op verkeerinbeeld.nl