In een coproductie met de Commissie m.e.r. hebben we de factsheet participatie en de milieueffectrapportage opgesteld. De meerwaarde van de interactie tussen participatie en milieueffectrapportage ontstaat als het participatietraject en de milieueffectrapportage elkaar wederzijds voeden.
Sinds de aankondiging van de Omgevingswet is participatie opnieuw in de belangstelling gekomen. De nadruk daarbij ligt vaak op ’tools’ en ‘how to’s’. De Commissie m.e.r. en Korbee & Hovelynck constateerden dat participatie vooral aan het eind van een project wordt ingezet, als de belangrijkste keuzes al gemaakt zijn. Terwijl participatie vooral in het begin van een project, bij een idee of een initiatief, grote voordelen biedt in de kwaliteit van plan- en besluitvorming.
Vooral bij het opstellen van een milieueffectrapportage kan participatie grote diensten bewijzen. En andersom. Door milieueffectrapportage en participatie in een vroeg stadium samen op te pakken, kunnen zij elkaar en het plan of besluit versterken. Tijdens een participatieproces ontstaan vragen waarvoor de milieueffectrapportage de inhoudelijke en objectieve informatie biedt. Vanuit de milieueffectrapportage ontstaan oplossingen en mogelijke alternatieven. Die kunnen dan weer meegenomen worden in het participatieproces. Het is in hoge mate een iteratief proces.
In de factsheet beschrijven we beknopt hoe participatie en m.e.r. elkaar wederzijds beïnvloeden en hoe je kunt zorgen dat je het participatieproces zorgvuldig doorloopt. Dat is nodig, om stakeholders betrokken te houden.
Korbee & Hovelynck heeft in de loop van ruim 25 jaar ervaring met participatietrajecten de RISC methode ontwikkeld. Een eenvoudig hulpmiddel om het proces zinvol, transparant en eerlijk te voeren. Elke fase van een participatietraject volgt in RISC vier stappen:
- Randvoorwaarden stellen
- Inhoud verzamelen
- Selecteren van informatie
- Communiceren over het resultaat en vervolg
In de factsheet worden deze stappen toegelicht.