Op 16 november 2015 organiseerde het NIP (Nederlands Instituut voor Psychologen) de lezing “An organisational perspective is needed when disaster strikes” door Renate Grønvold, uit Noorwegen. Zij is psycholoog en trauma expert. Na Breivik’s vreselijke aanslagen op de Labour party in 2011 hielp zij de partij bij het omgaan met het trauma.
Wat een goed moment voor deze lezing! Na de aanslagen in Parijs in november 2015 zitten veel mensen met vergelijkbare vragen als waar de Labour Party mee zat. Hier een korte samenvatting van haar verhaal, aangevuld met mijn eigen ervaringen als coach en organisatieadviseur.
Na een traumatische gebeurtenis heerst er chaos. Niet altijd letterlijk, maar altijd in de hoofden van betrokkenen. Werken, doen wat je altijd deed, biedt dan structuur. Werken stimuleert om vooruit te kijken, wat moet wanneer gedaan zijn. Dat haalt je weg bij de chaos en het verdriet van vandaag.
Huilen hoort er ook bij, het is noodzakelijk om daar tijd voor te maken. Maar als iedereen zich gelijk buigt over iemand die het te kwaad heeft, wordt de situatie er niet beter van. Omstanders worden het verdriet ingezogen en de persoon in kwestie krijgt in veel gevallen niet de zorg die hij of zij nodig heeft.
Een plek op het werk met begeleiding, waar mensen heen kunnen als ze het moeilijk hebben, is een oplossing. Een duidelijke locatie met professionele steun, binnen de structuur van werk.
Voorspelbaarheid in tijd en in organisatie geeft vastigheid in tijden van chaos
Als is aangekondigd dat er om 13.00 uur informatie gegeven wordt, dan moet er ook om 13.00 uur iets gezegd worden. Uitstel maakt mensen onzeker. Geen informatie is ook informatie, mensen bedenken dan zelf de inhoud. En dat zijn meestal geen zonnige gedachten… Liever vertellen dat je niets te melden hebt, dan het moment voorbij te laten gaan.
Voorspelbaarheid in organisatie houdt in dat mensen of spullen een vaste plaats hebben. Geen onzekere zoektochten, maar zekerheid dat de wereld is zoals was afgesproken. Dat geeft houvast en dat is nodig om langzaamaan weer vertrouwen in de wereld te krijgen.
Wanneer mensen thuis blijven, of naar huis gestuurd worden (hoe goed bedoeld ook), verliezen ze het gevoel erbij te horen. Terugkomen is, achteraf gezien, vaak moeilijker dan doorgaan. Samen de schouders eronder en doen waar ‘we’ voor staan schept een band. Die band helpt bij het opnieuw structureren van het leven. Liever een beetje minder werk, of andere klusjes, dan thuis zitten.
De houding van de baas, een manager of (minister) president, is essentieel hierbij. Hij of zij is het rolmodel en creëert een atmosfeer. Bij voorkeur een atmosfeer die past bij het hogere doel van de organisatie en hoe iedereen daarbij nodig is. Dat geeft richting en voorkomt tweedeling.
Wat hierboven beschreven is geldt ook voor traumatische gebeurtenissen die minder mensen betreffen. Denk aan een sterfgeval in een gezin of een binnen een organisatie, maar ook aan een reorganisatie. Deze situaties maak ik regelmatig mee in mijn praktijk en vragen om vergelijkbare aanpak.
Het verlies van een dierbare kan veel chaos veroorzaken, zowel in het hoofd als in de leefomstandigheden. Een rouwende is, in de regel, gebaat bij structuur, een nieuw ritme, bij ergens bij horen, bij een begripvolle omgeving die niet gelijk boven op hem duikt als hij in tranen is maar liefdevol ruimte geeft om op adem te komen. En bij een reden om uit bed te komen, een (nieuw) doel in het leven.
Veel mensen houden niet van onzekerheid en chaos. Voor hen kan een reorganisatie traumatisch zijn. Chaos kan nodig zijn om oude patronen los te laten, om werkelijk iets te veranderen. Maar daarna is vaak behoefte aan structuur (ook voor het verwerken van hetgeen losgelaten moest worden), aan voorspelbaarheid en een sfeer van gezamenlijke verantwoordelijkheid. En aan een manager die het doel van de organisatie benadrukt.
Vanuit het oogpunt van traumaverwerking kunnen sleutelpersonen als François Hollande en Mark Rutte liever spreken over de waarde van onze democratie dan over oorlog. Vrijheid, gelijkheid en broederschap geeft structuur en creëert verbinding. Het woord ‘oorlog’ is als een splijtzwam en werkt in de hand dat mensen die vluchten voor IS, en dus onze bondgenoten zijn, hier niet eens meer welkom zijn. Daar wordt niemand beter van. Dat ondergraaft ons hogere doel!