In een coproductie met de Commissie m.e.r. hebben we de afgelopen maanden gewerkt aan een factsheet over participatie en de milieueffectrapportage. De factsheet kwam tot stand na een interactieve dag over dit onderwerp die we mei 2016 gezamenlijk in het LEF Future Center van Rijkswaterstaat organiseerden. De meerwaarde van de interactie tussen participatie en milieueffectrapportage ontstaat als het participatietraject en de milieueffectrapportage elkaar wederzijds voeden.
Sinds de aankondiging van de Omgevingswet is participatie opnieuw in de belangstelling gekomen. Maar dat wordt lang niet altijd uitgevoerd zoals de Commissie Elverding dat bedoelde en zoals dat in het rapport Inspraak Nieuwe Stijl werd uitgewerkt. De Commissie m.e.r. en Korbee & Hovelynck constateerden dat participatie vooral aan het eind van een project wordt ingezet, als de belangrijkste keuzes al gemaakt zijn. De nadruk ligt vaak op ’tools’ en ‘how to’s’. Vooral in het begin van een project, als er eigenlijk nog geen sprake is van een project maar slechts van een idee of initiatief, kan participatie grote voordelen bieden in de kwaliteit van plan- en besluitvorming.
Vooral bij het opstellen van een milieueffectrapportage kan participatie grote diensten bewijzen. En andersom. Door milieueffectrapportage en participatie in een vroeg stadium samen op te pakken, kunnen zij elkaar en het plan of besluit versterken. Tijdens een participatieproces ontstaan vragen waarvoor milieueffectrapportage de inhoudelijke en objectieve informatie biedt. Vanuit milieueffectrapportage ontstaan oplossingen en mogelijke alternatieven. Die kunnen dan weer meegenomen worden in het participatieproces. Het is in hoge mate een iteratief proces.
In de factsheet beschrijven we beknopt hoe participatie en m.e.r. elkaar wederzijds beïnvloeden en hoe je kunt zorgen dat je het participatieproces zorgvuldig doorloopt. Dat is nodig, om stakeholders betrokken te houden.
“De politiek heeft al besloten; burgers worden te laat betrokken; inbreng wordt genegeerd; de gemeente verstrekt geen informatie; door gebrek aan informatie stroken de verwachtingen van burgers niet met de realiteit; de gemeente handelt niet zorgvuldig; de gemeente wil geen gesprek met haar burgers en de gemeente verstrekt onduidelijke of onvolledige informatie.”
Nationale Ombudsman 2009
Korbee & Hovelynck heeft in de loop van ruim 20 jaar ervaring met participatietrajecten de RISC methode ontwikkeld. Een eenvoudig hulpmiddel om het proces zinvol, transparant en eerlijk te voeren. Elke fase van een participatietraject volgt in RISC vier stappen:
In de factsheet worden deze stappen toegelicht.
De samenwerking met de Commissie m.e.r. is voor ons bureau een eerste stap van een mooi proces. Begin 2017 houden we gezamenlijk workshops over ins en outs van participatie in een vroeg stadium van een ‘plan’. In die workshops delen we onze ervaring en kennis aan de hand van vragen en cases die de deelnemers zelf inbrengen. De werkvormen en methoden die in een participatietraject gebruikt kunnen worden komen daarbij uiteraard ook aan bod.